HOORN - De rechtbank Noord-Holland heeft een 28-jarige man veroordeeld voor het medeplegen van een gewapende overval op een kledingwinkel in Hoorn. De man heeft een celstraf gekregen van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Overval
De overval gebeurde op 12 september 2020. De verdachte werd bedreigd door een andere man omdat hij een schuld zou hebben openstaan van 3.000 euro. Om die schuld in te lossen reed de verdachte met een medeverdachte op de dag van de overval richting het winkelgebied in Hoorn. In de auto bespraken ze wat ze gingen doen. Vlak voordat ze aankwamen in de buurt van de kledingwinkel, gaf de verdachte een vuurwapen aan de medeverdachte en zei tegen hem dat hij dat moest gebruiken om het geld te pakken. De medeverdachte is hierna de kledingwinkel binnengegaan, heeft het vuurwapen gericht op de medewerkers en vroeg naar het geld. Daarna heeft de medeverdachte het geld en geldkistje weggepakt van de balie en is naar de auto gegaan waarin de verdachte met draaiende motor zat te wachten. De buit was 597 euro. De twee reden vervolgens naar een parkeerplaats. De medeverdachte moest het geld in een daar geparkeerde auto gooien en het wapen wegmaken. De medeverdachte heeft later bij de politie een bekennende verklaring afgelegd. De rechtbank acht die verklaring geloofwaardig.
Oordeel rechtbank
Volgens de rechtbank heeft de verdachte een essentiële rol vervuld in de overval door een medeverdachte naar de kledingwinkel te brengen, hem het wapen te geven en hem te instrueren het wapen te gebruiken om het geld weg te nemen. Daarna is hij in de auto met draaiende motor blijven wachten en vertelde hij de medeverdachte wat te doen met het geld en het wapen. Een dergelijk misdrijf waarbij is gedreigd met een vuurwapen is ernstig en erg schadelijk. Uit de verklaring van een medewerker blijkt dat de gevoelens van angst en onzekerheid nog steeds aanwezig zijn. De rechtbank legt hem een gevangenisstraf op waarvan een deel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Dit moet een stok achter de deur zijn dat hij niet nog een keer een strafbaar feit begaat. Daaraan zijn voorwaarden voorbonden. Zo moet hij zich melden bij de Reclassering en zich laten behandelen door een zorgverlener. Aan de winkelmedewerker moet de verdachte een vergoeding betalen van 2.000 euro voor immateriële schade.
De zaak van de medeverdachte staat op een later moment gepland.