HOORN - Het Westfries Museum in Hoorn exposeert van 21 oktober 2018 tot en met 20 januari 2019 ‘Indische Pracht’, met veertig werken van fotograaf Dennis A-Tjak. Met zijn oogstrelende, technisch perfecte maar ook mystieke en eigenzinnige fotografie weet Dennis A-Tjak als geen ander de fascinatie voor de Indonesische flora te verbeelden. Het is deze fascinatie die Dennis A-Tjak verbindt met de Hollanders die in de zeventiende- en achttiende eeuw in dienst van de VOC Oost-Indië bezochten. De expositie laat zien dat er destijds vanuit economische, botanische en wetenschappelijke invalshoek grote belangstelling was voor de Indische flora. En dat ook toen de bloemen uit de Indische archipel al zeer in trek waren bij liefhebbers en verzamelaars.


In 1596 deden Nederlandse handelsschepen voor het eerst Indië aan. Op het eiland Sumatra raakte de uitgehongerde bemanning bedwelmd door de ongekend heerlijke geuren van kruiden en bloemen en deed zij zich tegoed aan de meest exotische fruitsoorten.

Het was het begin van een fascinerende ontdekkingstocht door deze voor hen nieuwe wereld. De kooplieden aan boord zagen grote handelsmogelijkheden voor kruiden en specerijen en stouwden de ruimen vol. Medici ontdekten in de Indische archipel geheel nieuwe medische kennis en preparaten. Verzamelaars in heel Europa gaven een fortuin uit aan het kweken van exotische gewassen in hun eigen lusthoven. De botanische tuinen van Leiden en Amsterdam vulden hun tuinen en kassen met nieuwe artsenijgewassen en bijzondere bloemen- en plantensoorten.

Gedeeld erfgoed
De eeuwenlange fascinatie in Nederland voor de Indonesische flora is niet toevallig. Met meer dan 45.000 verschillende plantentsoorten (10 procent van alle soorten op aarde) behoort deze tot de rijkste ter wereld. Al vanaf de allereerste contacten, eind 16e eeuw, was Nederland in de ban van deze rijke plantenwereld. Er kwamen botanische tuinen (Hortus Botanicus) in zowel Nederland als Indonesië. Er verschenen wetenschappelijke publicaties. En in de schilderkunst lieten rijke 17e–eeuwers zich afbeelden met hun privéverzameling van exotische planten en bloemen. Veel van deze historische objecten worden op de tentoonstelling getoond en voorzien van een goede toelichting door historica Bea Brommer, die ook de historische inleiding schreef voor het boek dat bij de tentoonstelling verschijnt.

Bloemenman of schilder
Dennis A-Tjak werkt bijna veertig jaar als fotograaf. Zijn fascinatie voor bloemen dateert al uit zijn kindertijd. ‘Ik wilde schilder of bloemenman worden. Dat is er nooit van gekomen. Mijn passie is in de fotografie gaan zitten.’ Dennis A-Tjak voltooide zijn opleiding aan de Rietveldacademie en specialiseerde zich in het fotograferen van bolgewassen. Hij onderscheidt zich in zijn fotokunst door zijn hang naar perfectie en oog voor compositie. Daarin denkt hij als de schilder, die hij nooit geworden is.

Belangstelling voor de VOC
Zo’n tien jaar geleden begon hij aan een indrukwekkende serie portretten van oude tulpenrassen, die onder de titel ‘Royal Flowers of the Netherlands’ op Paleis Het Loo te zien was. Nu heeft hij zijn zinnen gezet op het portretteren van bloemen en planten in landen waar de VOC actief is geweest. Te beginnen in Indonesië, waar zijn moeder geboren werd. Dat hij twee jaar geleden als fotograaf in VOC-stad Hoorn kwam wonen en zijn atelier heeft in het voormalige Oost-Indisch Huis van de VOC Kamer Hoorn heeft daar zeker aan bijgedragen.

Oogstrelend, verrassend en vervreemdend
Dennis A-Tjak fotografeerde veel in de Hortus van Leiden en Amsterdam. Ook bezocht hij Indonesië, waar hij in de Hortus van Bogor en op Bali bloemen en planten portretteerde.Zijn portretten vallen op door hun technische perfectie. Ze zijn verrassend, soms zelfs vervreemdend abstract, maar in alle gevallen oogstrelend. Het zijn stuk voor stuk sterke beelden, die de zeldzame schoonheid van de Indonesische flora laten ontdekken.

Historische zeggingskracht
Naast een esthetische en kunstzinnige uitstraling hebben de foto’s van Dennis A-Tjak ook een grote historische zeggingskracht, vindt directeur Ad Geerdink. ‘Dennis fotografeert bloemen, planten, kruiden en specerijen die wij als een vanzelfsprekend onderdeel van onze bloemencultuur zijn gaan ervaren. Maar weinig mensen realiseren zich dat dit zijn oorsprong heeft in de landen waar de VOC actief was, de Indische archipel voorop. Als het lukt die link tussen heden en verleden op de bezoeker over te brengen is voor ons de expositie geslaagd.’

Museum van de Gouden Eeuw
Het Westfries Museum in Hoorn is gevestigd in het monumentale Statencollege uit 1632. De collectie en het gebouw vertellen samen het verhaal van de Gouden Eeuw, met speciale aandacht voor de VOC. Het museum wil heden en verleden met elkaar verbinden en bezoekers verrassen.