HOORN - Het Museum van de 20e Eeuw en het Museum RockArt, ook bekend als het Nationaal Popmuseum, zien goede kansen voor een vergaande samenwerking. De collecties van de twee populaire musea sluiten goed op elkaar aan en versterken elkaar. Daarom zijn de twee musea sinds enige tijd gezamenlijk op zoek naar een geschikt pand waar de collecties goed tot hun recht kunnen komen.
Directeur Hans Stuijfbergen van het Museum van de 20e Eeuw in Hoorn: “Wij hebben al lang een goed contact met Jaap Schut, directeur van het Museum RockArt, en zien goede mogelijkheden voor samenwerking. Onze musea zijn de afgelopen 25 jaren behoorlijk uit hun jasje gegroeid en helaas minder goed bereikbaar. Samen zouden we meer dan 100.000 bezoekers per jaar kunnen trekken. En onze collecties vullen elkaar perfect aan.”
Jaap Schut, directeur van het Nationaal Popmuseum (RockArt) in Hoek van Holland: “Er staat nu zoveel in onze depots, dat is echt zonde. We hebben bijna alles over de Nederlandse pophistorie in huis, van gitaren tot kleding, van gouden platen tot contracten. In een geschikt pand op een juiste plek versterken onze musea elkaar enorm en kunnen we een prachtige attractie voor een stad en regio zijn. We hebben gekeken of we als Popmuseum in het oude raadhuis van Alphen aan de Rhijn konden, maar dat monumentale gebouw is niet geschikt te maken. Nu hopen we samen met het Museum van de 20e Eeuw een passend pand te vinden.”
Het Museum van de 20e Eeuw heeft recent belangstelling getoond voor het stadhuis in Hoorn. De politiek in Hoorn beslist één dezer dagen over renovatie of nieuwbouw van het stadhuis. Als voor het laatste wordt gekozen zou dat complex ideaal zijn voor de twee musea. Qua ruimte, bereikbaarheid en parkeergelegenheid zou dat aan de eisen van de musea voldoen. En daarmee zou Hoorn een prachtig museum van nationale allure krijgen. Als ook dat pand niet lukt blijven de twee museumdirecteuren verder zoeken.