HOORN -Kleinkunstenaar en schrijver Diederik Vleuten heeft zaterdag 21 april in het Westfries Museum de officiële opening verricht van de vernieuwde VOC-zaal met een zinderende presentatie aan de hand van zijn familiegeschiedenis over de ondergang van het koloniale rijk in Nederlands-Indië. Er is in de vernieuwde VOC-zaal meer ruimte voor de blinde vlekken en zwarte bladzijden uit de VOC-tijd. Nieuw is het werk ‘Nootmuskaat en foelie’, een presentatie van de Friese kunstenares Tineke Fischer. De circa 140 keramieken nootmuskaatbollen in dit werk verwijzen naar de gruwelijke ontvolking van de Banda-eilanden door de toenmalige gouverneur-generaal J.P. Coen. Vanaf 22 april is vernieuwde VOC-zaal open voor het publiek.
Het kunstwerk van Tineke Fischer neemt een prominente plek in de vernieuwde VOC-zaal. Het kunstwerk bestaat uit zo’n 140 nootmuskaatnoten die lijken te zijn aangespoeld op een strand, dat naadloos overgaat in een levensgrote projectie van een zee met ruige branding. De verstilling van het strand en het ruisen van de zee doen je bijna wegdromen. Tegelijk klinkt er ook iets heel dreigends in door. De keramieken noten met hun rood-gouden glazuur hebben iets weg van schedels. De karmijnrode bladen van de foelie lijken handen die om hulp roepen.
Stimuleren tot nadenken
Met dit kunstwerk, dat zij speciaal voor de nieuwe presentatie van de VOC-zaal heeft ontworpen, verwijst Tineke Fischer naar het gewelddadige karakter van de Nederlandse handelsexpansie door de VOC. In het bijzonder op de gruwelijke gebeurtenissen op de Banda eilanden in 1621. In dat jaar werden deze eilanden op bevel van gouverneur generaal Jan Pieterszoon Coen uitgemoord en ontvolkt om het monopolie op de handel in nootmuskaat in handen te krijgen en tegelijk een afschrikwekkend voorbeeld te stellen. Op een nieuwsgierig makende, maar tegelijk indringende wijze zet ‘Nootmuskaat en foelie’ aan tot nadenken.
Een evenwichtiger verhaal
‘Noem het zwarte bladzijden of noem het blinde vlekken. Er zijn gebeurtenissen in het verleden van Nederland die je in het heden met weinig trots vervullen. Of waar je zelfs enigszins beschaamd op terug kijkt. Als museum willen we zulke gebeurtenissen benoemen en ze een plek geven in het verhaal dat we vertellen, zonder een moreel oordeel te vellen’, legt directeur Ad Geerdink van het Westfries Museum uit. Het verhaal wordt er volgens hem evenwichtiger door, maar sluit ook beter aan bij de historische realiteit. ‘Een realiteit die net zo min zwart/wit of ideaal was als onze huidige samenleving. Nederland had weliswaar niet het monopolie op geweld en onderdrukking, maar vormde evenmin een positieve uitzondering.’
Coen standbeeldwaardig?
In de nieuwe VOC-zaal zijn 17 e - en 18 e -eeuwse objecten gecombineerd met hedendaagse kunstobjecten.Naast feitelijke informatie biedt de nieuwe presentatie ruimte aan verschillende visies en interpretaties. Bijvoorbeeld op de persoon van Jan Pietersz Coen, wiens beroemde portret in deze zaal te zien is. De bezoeker kan kijken en luisteren naar diverse deskundigen die hun mening geven over de vraag of Jan Pietersz Coen wel een standbeeld verdient. Daarnaast toont het museum vele voorwerpen die laten zien hoe verschillend er de afgelopen 150 jaar over deze historische persoon is gedacht.
Tableau in miniatuur
Behalve het werk van Tineke Fischer zijn nog twee hedendaagse kunstwerken toegevoegd aan de VOC- presentatie. ‘Tableau in miniatuur’ uit 2013 is een interpretatie van het familieportret van Dirck Bas Jacobsz., burgemeester van Amsterdam en medeoprichter van de VOC door kostuumontwerper Rien Bekkers. Hij heeft enkel de kleding van dit portret nagemaakt en vervaardigd van papier uit boomschors en bananenblad, afkomstig van Bali. Daarmee brengt Bekkers de boodschap over dat voor al die rijkdom die te zien is op onze 17 e -eeuwse familieportretten een prijs is betaald en dat deze vooral is te danken aan de exploitatie van de rijkdommen in de Oost.
Weeskinderen van de VOC
Fotograaf Geert Snoeijer drukt de bezoekers met zijn drie krachtige portretten van zogeheten weeskinderen van de VOC met de neus op weer een heel ander feit. Het boek over de invloed van de VOC op de levens van velen in de Oost blijkt nog altijd niet gesloten. De portretten van Geert Snoeijer leggen het verhaal bloot van de nakomelingen van de kinderen die zijn voortgekomen uit relaties van VOC-soldaten, -zeelui en –beambten met autochtone vrouwen. Tot op de dag van vandaag bepaalt dit gegeven de levens van vele mensen in Zuidelijk Afrika, West-Australië en op de Molukken. Niet alleen hun identiteit wordt er door gedefinieerd, ook hun plek in de huidige samenleving.
Museum van de Gouden Eeuw
Het Westfries Museum in Hoorn is gevestigd in het monumentale Statencollege uit 1632. De collectie en het gebouw vertellen samen het verhaal van de Gouden Eeuw, met speciale aandacht voor de VOC. Het museum wil heden en verleden met elkaar verbinden en bezoekers verrassen.